
Spreekwoorden: (1914)
Met de (of een) stille trom vertrekken (of aftrekken)d.w.z. stil, ongemerkt vertrekken, zich verwijderen; eene uitdrukking, die ontleend is aan het krijgswezen, en eig. gezegd wordt van soldaten, die zonder de trom te roeren stilletjes aftrekken. Vgl. Vondel, Gijsbr. v. Aemstel, vs. 281: Men brack a...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Met de (of een) stille trom vertrekken (of aftrekken)d.w.z. stil, ongemerkt vertrekken, zich verwijderen; eene uitdrukking, die ontleend is aan het krijgswezen, en eig. gezegd wordt van soldaten, die zonder de trom te roeren stilletjes aftrekken. Vgl. Vondel, Gijsbr. v. Aemstel, vs. 281: Men brack a...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.